Emaillepoeder strooien met een zeefje lijkt makkelijk maar is het dus niet.
Het emaillepoeder moet na het strooien de juiste dikte hebben.
Het gestrooide werkstuk is ook gevoelig voor schokken tijdens het transport naar de oven waardoor er emaillepoeder verschuift of van het werkstuk afvalt.

Met strooitechniek kunnen prachtige resultaten worden behaald.
Als je ook nog hulpmiddelen gebruikt, zoals mallen die uit papier zijn geknipt en een wipe-out stift, dan zijn er ontelbare variaties en combinaties mogelijk.
In dit hoofdstuk kan je er alles over lezen.

werkwijze met strooien

Als ik het emaillepoeder op het werkstuk strooi zorg ik dat het altijd op een verhoging ligt.
Hiervoor gebruik ik een aantal moeren van verschillende grootte.
Het werkstuk komt zo vrij van de ondergrond en tijdens het strooien valt het emaillepoeder door kleine gaatjes in het werkstuk die open moeten blijven.
In het voorbeeld van de Bruintjes Beer beneden is dat het ophangoogje.
Op deze manier kan ik het werkstuk makkelijk met de hoekpincet oppakken, op een ander stuk papier met verhoging leggen en een andere kleur gaan strooien.
Het emaillepoeder wat op het vrijgekomen papiertje ligt kan ik weer terug gooien.
Op deze manier ga je zuinig  met het emaillepoeder om.

Strooi het emaillepoeder op het werkstuk alsof je oliebollen bestrooit met poedersuiker.
Begin bij de randen en eindig in het midden en strooi ongeveer zo dik als het koperen plaatje.
Sommige emaillepoeders, zoals kersenrood en koraalrood, kun je beter dun strooien, branden en daarna nogmaals strooien.
Andere poeders, o.a. eikenbruin en zwart kun je beter eenmaal dik strooien. De ervaring leert je vanzelf het onderscheid te maken tussen de diverse eigenschappen van de emailleerpoeders.
 

Wipeout stick   Tweede kleur gestrooid

Werkstuk Bruintjes Beer. Een werkstuk kan ook met verschillende poeders worden bestrooid. Gebruik een stukje papier om dat boven een werkstuk te houden zodat er geen emaillepoeder van een andere kleur op kan komen. Bij het werkstuk van de "Bruintjes beer oorhangers" zijn er 2 kleuren poeders gebruikt. Eerst is alles met eikenbruin emaillepoeder bestrooid. Daarna zijn de oortjes, voetjes en handen voorzichtig met de wipe-out stick vrijgemaakt van emaillepoeder. Hierna zijn, met behulp van een stuk papier, wat boven de eikenbruin bestrooide gedeeltes wordt gehouden. Deze ledematen weer bestrooid met een andere kleur poeder.   Op deze manier zijn er veel mogelijkheden om diverse kleuren emaillepoeders op hetzelfde werkstuk te gebruiken.

Werkstuk Appeltje.

Het "Appeltje" werkstuk is alleen met de strooitechniek gemaakt.
Hieronder de werkwijze:

• Het appeltje in zijn geheel bestrooid met geelgroen.
  

  Werkstuk appeltje

• Het steeltje, de blaadjes en het gedeelte rechts, wat rood moet worden, vrijgemaakt van emaillepoeder met de wipe-out stick.(het werkstuk verplaatst en het afgevallen emaillepoeder weer teruggedaan bij de voorraad).
• Het rechtergedeelte bestrooid met kersenrood.
• Hou tijdens het strooien een vel papier vlak boven het gedeelte waar geen andere kleur mag komen
• Beweeg dit mee tijdens het strooien.
• Nadat rechts het kersenrood goed was aangesloten heb ik een klein beetje gestooid om een spikkeleffect te krijgen als verloop.
• Links heb ik ook wat spikkeltjes gestooid.
• Voorzichtig als je zoiets doet want het is vlug teveel.
• De blaadjes en steeltjes vrijgemaakt van eventueel gemorst kersenrood.
• Het werkstuk weer verplaatst en het overgebleven kersenroodpoeder weer terug bij de voorraad.
• De blaadjes en steeltjes bestrooid met bladgroen.
• Het steeltje vrijgemaakt van emaillepoeder met de wipe-out stick.
• Het steeltje bestrooid met emaillepoeder.
• Hiervoor heb ik uit het papier een grote V geknipt.
• Op die manier was alleen het steeltje te bepoederen.
• Als laatste het werkstuk branden.

TIP.
Met een perforater gaatjes knippen in een vel papier in een bepaald patroon.
Natuurlijk kan je buiten papier ook andere materialen gebruiken om als mal te dienen.